Er zijn van die momenten op het eiland waarop je even moet laten zien van welk hout je gesneden bent. Voor Koen Pieter van Dijk was dat het ogenblik dat er krabben gevangen moesten worden. Klinkt simpel: laag water, een paar snelle handen en hup, avondeten. Alleen liep het net even anders. Waar je in Expeditie Robinson verwacht dat iedereen álles aangrijpt om te overleven, bleef Koen Pieter opvallend op afstand. En dat viel niet overal even lekker. “Bij z’n kontje pakken”: makkelijk gezegd, minder makkelijk gedaan
De opdracht was kraakhelder: krabben vangen. Een van zijn kampgenoten deelde een praktische tip die je in elke vissershaven hoort: pak ze “bij hun kontje”, oftewel, achter de scharen, zodat je niet geprikt wordt. Maar zodra de schaaldiertjes tevoorschijn kwamen, zag je het al: dit werd voor Koen Pieter geen routineklus. Elke stap richting die scharrelende pantsers kostte zichtbaar moeite, alsof de krabben elk moment konden transformeren in monsters uit een actiefilm.
De drempel is echt: “Nee, dat kan ik niet aan hoor”
Het moment suprême? “Nee, dat kan ik niet aan hoor,” zei Koen. Eerlijk, open en zonder omweg. Geen stoerdoenerij, geen schijn. Maar daarmee was ook meteen duidelijk: de krabben en Koen Pieter, dat is geen match made in heaven. En precies dáár wringt het op zo’n eiland. Want ondanks alle sympathie voor iemand die zijn grenzen aangeeft, zeker met scherpe scharen op centimeters afstand heb je in Robinson niet altijd de luxe om iets te laten liggen. Eten moet nu eenmaal op tafel komen en elke extra hand telt.
Teamdynamiek onder druk
Je kon het bijna voelen verschuiven: waar eerst nog gelach en tips door het kamp vlogen, sloop er een beetje ongemak binnen. Niet omdat iemand het hem misgunt, angst is menselijk, maar omdat het simpelweg niet handig is als je meedoet aan Expeditie Robinson en je niet in de buurt durft te komen van schaaldiertjes. Daar leef je op: schelpen, krabben, alles wat kruipt en krabbelt. Hoe meer iedereen bijdraagt, hoe hoger de moraal. En hoe hoger de moraal, hoe beter je stormen en honger doorstaat. Als die bijdrage stokt op zo’n basistaak, dan knarst het in de groep. Niet schreeuwerig, niet dramatisch, maar voelbaar.
Leerpunt of breekpunt?
Het positieve: zo’n moment is óók een kans. Iemand die eerst terugdeinst, kan met begeleiding en herhaling alsnog door de barrière. Die tip, “bij z’n kontje pakken”, is er niet voor niets. Juist omdat het werkt, juist omdat het veiliger is dan zomaar graaien. Als Koen Pieter die greep eenmaal durft, is de angst vaak voorgoed kleiner. En dan slaat de balans direct om: van lastige hobbel naar nuttige skill. Het eiland vergeeft je veel, zolang je laat zien dat je wilt leren.