Het maakt niet uit of je nu net begint of
al wat langer speelt, de regels van padel zijn essentieel om het spel goed te
begrijpen. Het lijkt misschien veel op tennis, maar er zijn een aantal unieke
verschillen die het spel juist zo leuk maken. Om te voorkomen dat je straks in
de war raakt over wanneer een bal “in” of “uit” is, lees je hier de
belangrijkste spelregels op een rij.
De basis van padellen
Bij
padellen draait alles om samenwerking en slim
spelen. De sport wordt meestal in dubbelspel gespeeld, dus twee tegen twee. De
puntentelling is hetzelfde als bij tennis: 15, 30, 40 en game. Het doel is
simpel: de bal in het veld van je tegenstander krijgen zonder dat die hem
succesvol kan terugslaan. De opslag moet altijd onderhands en diagonaal worden
gespeeld. De bal moet eerst stuiteren achter de servicelijn en daarna in het
servicevak van de tegenstander landen. Pas daarna mag hij eventueel de glazen
wand raken. Een opslag die direct tegen het hekwerk gaat, telt als foutservice.
Tijdens de rally mag de bal één keer stuiteren en daarna de glazen wand raken.
Je mag hem vervolgens via die wand terugslaan, wat zorgt voor verrassende
rally’s. Raakt de bal het hekwerk vóór hij over het net gaat, dan is het punt
voor de tegenstander.
Padel toernooi en officiële regels
Wie ooit heeft meegedaan aan een
padel
toernooi, weet hoe belangrijk het is om de regels goed te kennen.
Toernooien volgen meestal de officiële richtlijnen van de International Padel
Federation (FIP). Dat betekent dat er wordt gespeeld in sets van zes games, met
een verschil van minimaal twee games om te winnen. Bij 6-6 volgt vaak een
tiebreak. Een wedstrijd start altijd met een service van achter de lijn en
teams wisselen na elke oneven game van speelhelft. In officiële toernooien zijn
scheidsrechters aanwezig, maar in recreatieve competities houden spelers vaak
zelf de score bij. Het is daarom handig om de basisregels goed te kennen, zodat
discussies tijdens het spel uitblijven. Een ander belangrijk verschil met
tennis is dat de bal ook buiten de kooi mag worden gespeeld, zolang hij eerst
in het speelveld stuitert. Dat levert soms spectaculaire rally’s op waarbij
spelers letterlijk uit de kooi rennen om de bal terug te slaan iets wat padel
zo’n energieke sport maakt.
Wat mag wel en wat niet?
Er zijn een paar duidelijke regels die je
altijd in je achterhoofd moet houden. De bal mag maar één keer stuiteren aan
jouw kant van het veld en je mag hem niet twee keer achter elkaar raken. Ook
het aanraken van het net is niet toegestaan, net als het slaan van de bal met
je lichaam in plaats van met je racket. De glazen wanden maken padel uniek,
maar ook hier gelden duidelijke regels: de bal mag niet rechtstreeks tegen het
glas of hekwerk van de tegenstander worden geslagen zonder eerst te stuiteren. Dat
is altijd “uit”.
Waarom regels zo belangrijk zijn
De regels zorgen ervoor dat padel
eerlijk, uitdagend en vooral leuk blijft. Zodra je ze onder de knie hebt, merk
je dat het spel veel vloeiender verloopt. Bovendien helpt het je om tactisch te
spelen: je leert de wanden slim te gebruiken, beter te anticiperen en sneller
te reageren. Dus of je nu traint,
recreatief speelt of een toernooi wilt meedoen, de spelregels vormen de basis
van elk potje padel. Dus de volgende keer dat je de baan opgaat, weet je
precies wat wel en niet mag en kun je vol vertrouwen spelen.