De tijd dat boybands nog bestonden uit vijf gasten en een legio danspasjes ligt in het verleden. Zuid-Koreanen geven er tegenwoordig met hun K-Pop een eigen draai aan, maar bands in de vorm van The Backstreet Boys en Westlife zijn uit de hitlijsten verdwenen. The Voice of Holland-finalist Stef Classens lijkt daar verandering in te willen brengen.
Nog nooit een boyband aan het werk hebben gezien? Deze groep jongens maken zoveel pleasure-muziek dat jij je niet guilty hoeft te voelen dat je er graag naar luistert. Het recept is simpel. Je zet een paar gasten bij elkaar, je leert ze een paar kekke danspasjes en laat hen één voor één zoetsappige regels uit een slechte romantische komedie zingen. Het resultaat? Stadions vol gillende vrouwen.
Hé, wist je dat je boyband?
Het bovenstaande recept werd in de laatste jaren van de ’90 en de eerste jaren van de ’00 vaak gebruikt. Gezelschappen als Backstreet Boys, Westlife en Blue lieten damesharten sneller kloppen en maakten andere mannen gek van jaloezie. Tegenwoordig tellen Europa en de Verenigde Staten vrij weinig grote boybands, terwijl er in Azië juist een gewoonte van gemaakt wordt om succesbands te formeren.
Lees ook: Nederland verdubbelt kansen Songfestival-overwinning
De K-pop-hype heeft natuurlijk veel overeenkomsten met de populaire Europese en Amerikaanse boybands van zo’n tien jaar geleden. Dat er op dit moment weinig boybands meer te vinden zijn in onze Top 40, zegt niet dat de inspiratie voor dit soort nummers dood is. Uiteindelijk vinden catchy melodieën en suikerspinzoete teksten elkaar weer, zoals bij de The Voice Of Holland-finalist Stef Classens.
Carried Away
Als laatst overgebleven man in de eindstrijd van The Voice, stapte Stef bij de eerste tonen van Carried Away in een tijdmachine en nam hij je mee naar de hoogtijdagen van The Backstreet Boys. Sterker nog: wellicht is Stef de laatste van dat soort. Of toch de eerste?
Lees ook: Alaska zorgt voor een hitte golf
De one-man-boyband is natuurlijk enorm milieubewust, heeft geen andere ego’s om mee te botsen én hoeft de royalties van zijn optreden niet op te delen. Dat is dus een win-win-win-situatie voor een verliezend finalist. Het enige wat nog ontbreekt, is dat volle stadion.